Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [66]Ik zie hun wegen, en Ik zal hen genezen; en Ik zal hen geleiden, en hun vertroostingen wedergeven, namelijk [67]aan hun treurigen. 66. Anders: [maar] als Ik hunne wegen aanzag, zo heelde, of genas Ik hen. De zin is: Toen Ik zag dat zij gans verdorven waren en zichzelven niet helpen konden, heb Ik hen uit loutere genade geholpen. 67. Te weten die bedroefd zijn omdat zij mij vertoornd hebben.